Probleemoplossen
Geel knipperend indicatielampje.
• Dompelblender begint oververhit te raken. Stop de dompelmixer en verwijder het hulpstuk. Start het apparaat
zonder hulpstuk, zodat het apparaat kan afkoelen. Zodra het licht paars wordt, is het apparaat klaar om te
gebruiken.
Knipperend rood licht dat één, twee of drie keer knippert, pauzeert en dan het knipperen herhaalt
• Eén keer knipperen: Dompelblender is oververhit. Stop de dompelmixer en haal de stekker uit het stopcontact.
Laat de dompelmixer gedurende ongeveer 15 minuten afkoelen. Steek de stekker in het stopcontact en zet het
apparaat aan. Als de dompelblender niet wordt ingeschakeld, haal dan de stekker uit het stopcontact en laat
hem 15 minuten afkoelen. Als de eenheid oververhit blijft raken, verminder dan de hoeveelheid voedsel die
gemixt wordt.
• Twee maal knipperen: De messen van de dompelblender zijn gestopt met draaien. Neem de stekker uit het
stopcontact. Verwijder met een rubberen spatel alle grote stukken die aan het mes zijn vastgekleefd, en voorkom
daarbij dat het mes kan draaien.
• Driemaal knipperen: Motorsnelheid te hoog (doorschieten). Neem de stekker gedurende 30 seconden uit het
stopcontact. Steek de stekker van de dompelmixer in het stopcontact en ga door met het gebruik. Als de fout blijft
optreden, neem dan contact op met de klantenservice.
De dompelmixer schakelt niet in
• Zorg ervoor dat de dompelmixer is aangesloten en controleer vervolgens op een doorgebrande zekering of een
doorgeslagen stroomonderbreker.
Overmatige geluidsproductie
• Zorg ervoor dat de messenopbouw correct is geïnstalleerd en dat het mes niet in contact komt met de zijkanten of
de bodem van de container.
• Zorg ervoor dat de kloppers correct zijn gemonteerd. Gebruik altijd beide kloppers.
Motor draait met moeite of stopt
• Reduceer de hoeveelheid voedsel in de container of de pot. Meng dikkere producten in kleinere hoeveelheden.
Zorg ervoor dat de ingrediënten goed zijn voorbereid voor het blenden of het mengen.
Slecht resultaat
• Verwerk het voedsel een langere of kortere tijdsduur. Pas de blendersnelheid aan. Gebruik voor consistentere
mengresultaten bij het mixen zachte op- en neergaande bewegingen om de ingrediënten te helpen circuleren en
naar boven te halen.
Spetteren en spatten
• Gebruik een diepere container voor mengen en blenden om spetteren en spatten te voorkomen.
36