• Fn+F5 of – : naar een lagere waarde wijzigen.
4. Druk op Esc om het submenu te verlaten.
5. Als u in een genest submenu zit, drukt u net zo vaak op de Esc-toets totdat u weer in het hoofdmenu
van het programma ThinkPad Setup terechtkomt.
Opmerking: Als u de standaardwaarden weer wilt gebruiken, druk dan op F9 om de
standaardinstellingen te laden. U kunt ook een optie in het submenu Restart kiezen om de
standaardinstellingen te laden of de wijzigingen ongedaan te maken.
6. Selecteer Restart. Plaats de cursor op de gewenste optie voor het opnieuw opstarten van de computer
en druk op Enter. De computer wordt opnieuw opgestart.
Menu Main
Het menu Main is de eerste interface die u ziet als u naar de ThinkPad Setup gaat. De volgende configuratie
van uw computer wordt weergegeven:
• UEFI BIOS Version
• UEFI BIOS Date (Year-Month-Day)
• Embedded Controller Version
• Machine Type Model
• System-unit serial number
• System board serial number
• Asset Tag
• CPU Type
• CPU Speed
• Installed memory
• UUID
• MAC address (Internal LAN)
Menu Config
Als u de configuratie van de computer moet wijzigen, selecteert u Config in het hoofdmenu van het
programma ThinkPad Setup.
In de onderstaande tabel worden de menuopties van Config opgesomd.
Opmerkingen:
• De standaardwaarden zijn vetgedrukt. De standaardinstellingen zijn in de fabriek al voor u gekozen.
Als u de configuratie van uw computer wilt wijzigen, ga dan voorzichtig te werk. Verkeerde
configuratie-instellingen kunnen bijzonder vervelende gevolgen hebben.
• Druk in elk submenu op de Enter-toets om te kiezen opties te tonen en selecteer een gewenste optie met
behulp van de cursor of typ de gewenste waarde rechtstreeks op het toetsenbord.
• Bepaalde opties worden alleen in de menu's afgebeeld als de computer de overeenkomstige functies
ondersteunt.
.
Hoofdstuk 8
Geavanceerde configuratie
119